View Single Post
Old 02-01-2010, 19:46   #24
buidelwolf
senior member
 
buidelwolf's Avatar
 
Join Date: Oct 2007
Location: The Netherlands
Posts: 163
Default

Interessante uitzending, waarvan ik al eerder delen op BBC gezien had. Het onderwerp genetica heeft al lange tijd mijn interesse. Uit deze uitzendingen waarin diverse aspecten ervan aan bod komen, blijkt maar weer eens dat er in de wereld van de rashonden doorgaans nog immer erg weinig kennis is van de erfelijkheidsleer, o.a. in die zin dat men zich bij het nastreven van de beschreven rasstandaarden veelal focust op het uiterlijke ideaalbeeld. Binnen de gesloten populaties versmalt de genetische variëteit daardoor bijna automatisch, o.a. door (overmatig) gebruik van kampioensreuen, herhaalde fokcombinaties, inteelt/lijninteelt, met alle gevolgen van dien op termijn. Ed Gubbels beschrijft dat goed in de uitzending, waarvan je op deze website meer kunt lezen.

Jos, ik kan me niet alleen aansluiten bij je aanvankelijke betoog, het is algemene geneticalogica en niet zomaar een persoonlijke mening. De “straatjoekel” zoals Jos deze bedoelt, kent een grotere genetische variatie dan de gemiddelde rashond en in die zin in basis gezonder dan de gemiddelde rashond. Er is overigens wel degelijk wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de vitaliteit van de “rashond” versus die van de “straatjoekel” zoals Jos bedoeld heeft. Dit naast het feit dat er natuurlijk legio niet-gedocumenteerde waarnemingen over bestaan en gedaan worden. Prof. J.B. Armstrong (Universiteit van Ottawa) rondde bijvoorbeeld in 2001 een onderzoek af naar de relatie tussen levensduur en inteelt bij een aantal hondenrassen (Standaard Poedel, Clumber Spaniel, Drentsche Patrijshond en Australian Shepherd). Ter vergelijking werden bij het onderzoek ook bastaardhonden van vergelijkbaar gewicht en grootte betrokken die de eerste generatie vormden van kruisingen tussen verschillende rassen. Voor de rashonden werden inteeltcoëfficiënten berekend over 10 generaties De uitkomsten: per 10% meer inteelt daalt de levensverwachting met ongeveer 10 maanden. De bastaardgroep (met een inteeltcoëfficiënt van 0%) liet de grootste gemiddelde levensduur zien, nl. bijna 14 jaar. Bij de verschillende rashonden daalde de levensverwachting vrijwel lineair met toenemende inteelt, van ruim 13 jaar voor de honden met de laagste inteeltcoëfficiënt (0-10%) tot ruim 10 jaar voor de honden met de hoogste inteeltcoëfficiënt (30-40%). Zie ook:http://www.canine-genetics.com/

Inteelt geldt in de rashondenfokkerij helaas nog immer als een frequent gehanteerd, en door de voorstanders veelal foutief- en eenzijdig positief belicht middel om binnen afzienbaar tijdsbestek tot gewenste resultaten te komen met veelal het uiterlijke ideaalbeeld als einddoel. Alhoewel ons ras een vrij gezonde basis kent in de zin van genetische variatie in vergelijk met diverse andere hondenrassen, is deze genetische verscheidenheid ook alweer snel zeer “versmald” geraakt doordat met name in de eerste generaties al frequent inteelt bedreven is. Zo komt bijvoorbeeld Rep z Pohranièní stráze in hoge mate in álle stambomen voor, maar ook diverse anderen, zoals Xavan z Pohranièní stráze, Bruna z Banista CS, Cmuka z Pohranièní stráze, Flit z Rosíkova CS, Cézar od Pavlisina CS etc etc. Op zich ben ik geen tegenstander van goed doordachte en incidentele lijnenteelt, mits daarna weer outcross gepleegd kan worden. Afhankelijk van de definitie van outcross, is deze helaas binnen ons ras met haar gesloten, in aantal nog immer beperkte populatie, niet meer echt mogelijk omdat ze allen behoorlijk verwant zijn met elkaar. Inteeltcoëfficient meten over slechts 5 generaties zegt niet veel. Wil je de ware mate van inteelt weten, dan moet je over zoveel als mogelijk generaties meten. De laagste inteeltpercentages van dit moment zijn binnen ons ras bij de recent geborenen zo’n 16% (over alle generaties gemeten, volgens Wright methode) maar het gemiddelde (meest voorkomende) ligt rond de 22%. Ter vergelijk: een broer-zus paring met onverwante voorouders geeft een inteeltpercentage van 25%.

Het zijn vaak juist persoonlijke meningen of eigen interpretaties van genetische kwesties en het gebrek aan kennis erover waardoor de basisregels van de erfelijkheidsleer vertroebeld raken en wetenschappelijke feiten niet onderkend worden. Interessante uiteenzettingen over genetica tref je overigens op http://www.gencouns.nl/artikelen-1.php

buidelwolf jest offline   Reply With Quote