Even nog een stukje over 
Cauda Equina Syndroom:
Honden met het Cauda Equina Syndroom hebben in meer of mindere mate last        van de volgende verschijnselen:
- Progressieve, vaak scherpe pijn laag in de rug (ter hoogte van de            lendenstreek) De pijn manifesteert zich als plotseling piepen of gillen            bij verkeerde bewegingen, zoals een gekke sprong of een botsing met            een andere hond. Vaak blijft het bij deze incidenten en functioneert            de hond weer normaal. Er zijn zelfs honden die gewoon behendigheid blijven            doen
- Zwakte (mank lopen), slapte of (lichte) verlamming van één            of beide achterbenen
- Geleidelijk aan moeilijkheden vertonen met het recht staan
- De hond kan ook plots pijn vertonen na opspringen of na plots recht            te hebben gestaan (de hond gaat meestal kreunen van de pijn als hij            wil rechtstaan)
- Sommige honden beginnen aan hun staart en/of tenen te kauwen ten gevolge            van de uitstraling naar die extremiteiten
- Plassen is gestoord, vaak lukt het niet of wordt de hond incontinent            voor urine
- Problemen met de darmen (fecale incontinentie door slechte kringspierspanning,            verstopping door trage darmwerking)
Het Cauda Equina Syndroom wordt veroorzaakt door het samendrukken (compressie)        van de Cauda Equina zenuwwortels, waardoor deze in meer of mindere mate        beschadigd raken. Met name deze zenuwwortels zijn gevoelig voor beschadiging        omdat ze slecht ontwikkeld bindweefsel hebben. Goed ontwikkeld bindweefsel        beschermt tegen samendrukkende invloeden.                         Om onze diagnose zeker te stellen, moet een myelografie gedaan worden        doen. Door een contraststof in te spuiten langs het ruggenmerg zien we waar        en hoeveel druk er is op het ruggenmerg ter hoogte van de lumbosacrale overgang.        Zo kan ook geschat worden welke operatie techniek toegepast kan worden en        of dit wel nodig is.In niet te erge gevallen kan getracht worden met corticosteroïden        (bijvoorbeeld Moderin) de zwelling ter hoogte van het ruggenmerg te verminderen.        Als nabehandeling worden dan NSAID’s zoals Rimadyl® gegeven.                         In de meeste gevallen moet operatief ingegrepen worden. De behandeling        bestaat uit het vrijmaken van de beknelde zenuwen (decompressie) door het        wegnemen van het dak van de wervel. Na de operatie zijn de klachten vaak        niet (meteen) verdwenen. Veelal moet langdurig gerevalideerd worden. Eerst        en vooral moet de hond de nodige rust hebben. De hond mag zo weinig mogelijk        opstaan en krijgt in het begin wat corticosteroïden in combinatie met        antibiotica.                         In het algemeen vindt in het eerste jaar na de operatie het meeste herstel        plaats. De ervaring leert dat ook in het tweede jaar nog verbetering op        kan treden en zelfs ook in het derde jaar. Daarna is de kans op verder herstel        zeer klein. De mate en snelheid van herstel zijn sterk afhankelijk van de        mate waarin de zenuwen beschadigd zijn geraakt. Restklachten zullen dan        ook regelmatig kunnen blijven bestaan. Orthomanuele therapie en/of fysiotherapie        geeft vaak goede resultaten.
misschien goed om dit ook eens te lezen
groeten Andreas